Het evangelie naar Johannes

Hoofdstuk 18
Het evangelie van Johannes kan in vier delen verdeeld worden. 1. De kosmt van Gods Zoon in de wereld hoofdstuk 1-2:2. zijn bemoeienissen en gesprekken met Israël hfst. 3-12:3. Onderwijs aan de gelovigen en gebed hfst. 13_18:4. Zijn dood en opstanding hfst. 18-21. We zijn hier gekomen tot het lijden en sterven van Jezus. Eigenlijk komt zijn persoonlijk lijden en de verschrikkelijke behandeling door de mensen in dit evangelie het minst uit, want als Gods Zoon stond hij boven wat mensen Hem aandeden, toen Hij door de wereld verworpen was. Zijn gaan naar Jeruzalem werd onderbroken door zijn verblijf in Bethanië, waar Hij gezalfd werd voor zijn begrafenis. Van alles wat hij van de zondige mensen te lijden zou hebben, vertelde Hij vooral niets van zijn discipelen. In zijn gebed is het alsof Gethesemane, het kruis en het graf al voorbij waren, zoals in Hoofdstuk 13 reeds staat, dat Hij weldra uit deze wereld weer naar Zijn Vader zou terugkeren. Zo was zijn geest niet bezig met zijn lijden, maar met de hemel en Zijn Vader die Hem verwachtte. Zo is er geen sprake van het avondmaal, herinnering aan zijn lijden, maar van Zijn hemels leven en dienst. In alles wist Hij vooraf dat Hij overwinnaar zou zijn van de macht der duisternis, en zo kon Hij hen versterken en bemoedigen. In Zijn vrede konden ze al die lijdensdagen doorbrengen.Hij ontmoette de macht der duisternis toen Hij zelf uit het hemels heiligdom kwam. Bij Lukas komt in Gethsemane een engel hem versterken, want daar is Hij vooral als Mens getekend, maar hier is daar geen sprake van. Toen hier de bende met Judas aan het hoofd Hem kwam gevangen nemen, zei Hij eerst: "Wie zoekt gij, en toen zij zeiden"Jezus de Nazarener" antwoordde Hij: "Ik ben het" en onmiddellijk vallen allen onder de macht van zijn Godheid ter aarde. Daarna zegt Hij: "Als gij dan mij zoekt, laat deze heengaan" (v. 8). De discipelen gaan en geheel alleen gaat Jezus naar Golgotha. Alles toont zijn goddelijke grootheid en volmaaktheid zoals we in Psalm 36 over Jehova lezen. Dit alles spreekt over de grootheid en majesteit van God in al zijn wegen en bemoeienissen met ons. We vinden dus de Heer Jezus aan gene zijde van de beek Kedrom de plaats waarlangs David eens vluchtte voor zijn zoon Absalom, en waar hij doortrok met tranen en bedekt gelaat en blootsvoets om de Olijfberg te beklimmen, terwijl hij in Jeruzalem verraden werd (2 sam. 15) Zeker zal Jezus, die dikwijls op die plaats vertoefde aan zijn vader David gedacht hebben. Als de bende ter aarde valt is het wel duidelijk dat niemand hem het leven kon benemen en dat Hij het vrijwillig gaf voor ons. Vuur uit de hemel kon deze hoofdman, judas en zijn vijftig verteren, zoals in 1 Koningen 1. Als het Jezus behaagd had, zou die bende daar vandaag nog liggen, maar het verzoeningswerk moest volbracht worden, en dus liet hij toedat ze weer opstonden hem grepen en brachten naar de hogepriester Annas, de schoonvader van Kajafas. Daar in de binnenhof werd Petrus helaas gevonden op de weg van de goddelozen, zich met hen aan hetzelfde vuur warmend, en daar moet hij, na zijn verloochening de Heer Jezus weer alléén laten. Voor de hogepriester kan Hij, de volkmaakte in gedachte woord en daad ze vragen: "Als ik verkeerd gesproken heb, getuig van het verkeerde, maar als ik goed gesproken heb, waar slaat gij mij?" (v. 23).
Nadat Jezus dit gezegd had, ging Hij uit met zijn discipelen over de beek Kedron, waar een tuin was die Hij met zijn discipelen inging.
En ook Judas, die Hem overleverde, kende de plaats, omdat Jezus daar dikwijls met zijn discipelen samenkwam. Judas dan nam de legerafdeling en de dienaars van de overpriesters en de farizeeën mee en kwam daar met lantarens, fakkels en wapens. Jezus dan, die alles wist wat over Hem zou komen, ging uit en zei tot hen: Wie zoekt u? Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazoreeër. Jezus zei tot hen: Ik ben het. En Judas, die Hem overleverde, stond ook bij hen. Toen Hij dan tot hen zei: ik ben, deinsdenzij terug en vielen op de grond. Hij vroeg hun dan opnieuw: Wie zoekt u? En zij zeiden: Jezus de Nazoreeër. Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd dat Ik het ben; als u dan Mij zoekt, laat dezen heengaan; opdat het woord vervuld werd dat Hij had gezegd: Uit hen die U Mij hebt gegeven, heb Ik helemaal niemand verloren. Simon Petrus dan, die een zwaard had, trok het en trof de slaaf van de hogepriester en sloeg zijn rechteroor af. De naam van de slaaf nu was Malchus. Jezus dan zei tot Petrus: steek het zwaard in de schede; de drinkbeker die de Vader Mij heeft gegeven, zou Ik die soms niet drinken?
Tevergeefs had het sanhedrin valse beschuldigingen tegen Christus gezocht. De valse getuigen spraken elkander tegen. Het gevolg daarvan was, dat Jezus werd verworpen, niet op grond van het valse getuigenis der mensen, maar op grond van het waarachtig getuigenis van God. Christus was gekomen om van de waarheid getuigenis af te leggen, en Hij legde getuigenis af tot de dood. Hij kon, noch wilde de waarheid betreffende zichzelf, ontkennen. Inderdaad was Hij de Messias, Zoon van de Gezegende. Hij had zijn mond niet geopend om de valse getuigen tegen te spreken, maar Hij wilde de waarheid van Zijn persoonlijke heerlijkheid niet verbergen. Maar welk een duisternis, waar zulk een verheven waarheid met haat ontvangen en als lastering wordt beschouwd!
In Christus heeft God ons liefgehad, zoals slechts de Vader, die God is, kan liefhebben. De liefde van de Vader is een ondoorgrondelijke liefde, dieper en wijder dan de oceaan. De Zoon heeft deze liefde geopenbaard: ,,,Een ieder, die de Zoon heeft gezien, heeft de Vader gezien.... In Hem vermag ieder kind van God de Vader te kennen.
De twee bokken op de grote verzoendag (Lev. 16) geven twij zijden van één feit: de dood van Christus op het kruis. In de ene zien we Gods eer gehandhaafd, en in de andere de zonden opzij gezet. Zoals vroeger het lot de bok aanwees, die geslacht zou worden, is het lot voor de Heer op het heilig offer gevallen, opdat God volkomen verheerlijkt zou worden betreffende de zonde in zijn wijdste betekenis en God vrij zou zijn, om in genade te handelen tegenover allen, en het evangelie aan allen te prediken. Maar in de tweede bok, die in de woestijn werd gezonden, hebben wij de vergiffenis van het volk.
Zij dan leidden Jezus van Kajafas naar het pretorium; en het was 's-morgens vroeg. En zij gingen niet in het pretorium, opdat zij niet zouden worden verontreinigd, maar het pascha zouden eten. Pilatus dan ging tot hen naar buiten en zei: Welke beschuldiging brengt u tegen deze mens in? Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Als Hij geen boosdoener was, zouden wij Hem niet aan u hebben overgeleverd. Pilatus dan zei tot hen: Neemt u Hem en oordeelt Hem naar uw wet. De Joden dan zeiden tot hem: Het is ons niet geoorloofd iemand ter dood te brengen; opdat het woord van Jezus vervuld werd dat Hij had gezegd, toen Hij aanduidde wat voor een dood Hij zou sterven. Pilatus dan ging opnieuw in het pretorium en riep Jezus en zei tot Hem: Bent U de koning der Joden? Jezus antwoordde: Zegt u dit uit uzelf, of hebben anderen het u van Mij gezegd? Pilatus antwoordde: Ben ik soms een Jood? Uw volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; wat hebt U gedaan? Jezus antwoordde: Mijn koninkrijk is niet van deze wereld. Als mijn koninkrijk van deze wereld was, zouden mijn dienaars hebben gestreden, opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd; maar nu is mijn koninkrijk niet van hier. Pilatus dan zei tot Hem: Bent U dus toch een koning? Jezus antwoordde: U zegt het, Ik ben een koning. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik van de waarheid zou getuigen. Ieder die uit de waarheid is, hoort naar mijn stem. Pilatus zei tot Hem:Wat is waarhei? En toen hij dit had gezegd, ging hij opnieuw naar buiten naar de Joden en zei tot hen: Ik bind geen enkele schuld in Hem. Maar u hebt een gewoonte dat ik u op het pascha iemand loslaat. Wilt u dan dat ik u de koning der Joden loslaat? Zij dan riepen opnieuw en zeiden: Niet Hem, maar Barabbas!

“Bijbelcursus Oudewater”
Paul Christiaanse
Herman de Manstraat 8
NL-3421 HX Oudewater
Tel. 0348 562108
e-mail:paulchristiaanse@planet.nl